Warmtefront

Een warmtefront betekent de binnenkomst van relatief warme lucht. Een zwak warmtefront brengt bewolking, een actiever warmtefront brengt ook langdurige gestage neerslag.
Omdat de koude lucht een hogere dichtheid krijgt en dus zwaarder is, heeft de lichtere warme lucht moeite de koude lucht te verdrijven. Hierdoor is wordt een warmtefront vaak schuin weergegeven, als eerste wordt de koudere lucht hoog in de atmosfeer verdreven, als laatste wordt pas de koudere lucht aan de grond verdreven. Op weerkaarten wordt het warmtefront aan de grond weergegeven.

Dit gegeven merken we aan de grond vooral bij ijzelsituaties. Hoger in de atmosfeer is de temperatuur dan al boven het vriespunt gekomen, daar is het warmtefront al gepasseert, terwijl aan de grond het warmtefront nog moet passeren. Aan de grond vriest het dan nog, waardoor (onderkoelde) regendruppels kunnen bevriezen op de grond.

Kijken we vanaf één punt verticaal naar het warmtefront, dan zien we dus het warmtefront dus van boven naar beneden trekken. Dit is ook merkbaar doordat we eerst sluierbewolking (cirrus) zien, deze bewolking ontstaat door binnenkomst van het front. Vervolgens daalt de hoogte van de bewolking, net zolang totdat we de bewolking vlakbij de grond hebben (stratus of nevel). De bewolking en neerslag ontstaat doordat de warmte lucht geleidelijk stijgt wanneer het langs de relatief koude lucht omhoog beweegt.

Bron: forumlid W. in t Erland

« Encyclopedie overzicht