Lentevariaties

Vooral in het voorjaar wordt het weer gekenmerkt door grote tegenstellingen. Na een aantal dagen met zon en warmte kan het opeens veel kouder worden. Soms is het temperatuurverschil van de ene op de andere dag meer dan 10 graden en komt 's nachts weer tot vorst. Wind en wolken kunnen het overdag extra onaangenaam en als er ook buien vallen kan het ronduit guur zijn. Oorzaak van die grote contrasten ligt in het gegeven dat het vasteland in de krachtige zon snel warmer wordt. In de poolstreken en in besneeuwde delen van het vasteland blijft het echter nog lang koud. De koude poollucht stroomt soms naar het zuiden en dan lijkt de winter hier weer even terug. Wolkenvelden die boven de Noordzee ontstaan en met een noordwestenwind landinwaarts drijven kunnen de temperatuur ook overdag laag houden.
Deze foto is niet meer beschikbaar
_{^{Sneeuwbuien boven de Waddenzee (foto: Sytse Schoustra)}}

De kust is het gevoeligst voor kouder weer. Een draaiing van de wind naar west of noordwest leidt aan de kust tot een sterke afkoeling omdat het zeewater in de nadagen van de winter veel kouder is dan het inmiddels al opgewarmde land. Dieper in Europa met name in hoger gelegen gebieden zoals de Alpen of de Pyreneeën, kan het binnenstromen van koude uit de poolstreken afkomstige lucht tot laat in het voorjaar leiden tot sneeuw. In het grensgebied met aanzienlijk warmere lucht kan dat veel neerslag opleveren. Maar ook in West-Europa kunnen hagel- en sneeuwbuien soms nog tot in mei voor overlast zorgen, vooral in heuvelachtige gebieden. In de koude lucht kan het tijdens de heldere nacht bovendien flink afkoelen en tot vorst komen.

De weersomslagen zijn in et voorjaar zo abrupt en opmerkelijk dat er in de volksmond allerlei benamingen voor bestaan: april doet wat hij wil, IJsheiligen" (11-14 mei), Schaapscheerderskoude (5-20 juni) en Kälterückfälle in Duitsland. De IJsheiligen worden gevreesd voor de schade die vorst aan de grond in die tijd van het jaar kan aanrichten; de Schaapscheerderskoude lijkt op een herhaling van de IJsheiligen, maar dan met minder lage temperaturen. De markante weersomslagen zijn echter niet aan data gebonden, maar komen willekeurig verspreid in het hele voorjaar voor. Pas wanneer het in juni ook in de poolstreken niet meer vriest komt er een einde aan de invasies van koude lucht.

_{Bron: KNMI} | Gewijzigd: 30 maart 2012, 21:22 uur, door Bart Standaert